#1. Noor ligt op het gras in het park en kijkt naar wolkenformaties. Hij mijmert over de vormen die hij ziet. ‘mijmeren’ betekent ‘rustig dagdromen’.

Geen zorgen, dappere lezer! 🌱

Begrijpend lezen kan soms lastig zijn, maar elke dag biedt een nieuwe kans om te groeien. Probeer deze tips:

1. Voorspellen – Kijk naar de titel en afbeeldingen van de tekst en probeer te voorspellen waar het over gaat.
2. Visualiseren – Maak in je hoofd een beeld van wat je leest. Dit helpt je de tekst beter te begrijpen.
3. Woordenboek gebruiken – Kom je een moeilijk woord tegen? Zoek het op en schrijf het op in je eigen woordenboek.

Onthoud: «Elke expert was ooit een beginner.» Blijf oefenen, en je zult merken dat het steeds beter gaat! 💪📖

#2. Emma is op een schoolreisje naar een kasteel en bekijkt oude boeken. De leerling glundert als ze een mop hoort. ‘glunderen’ betekent ‘stralend glimlachen’.

#3. Robin zit onrustig op zijn bureaukstoel in de bibliotheek. Hij kan zijn favoriete boek niet vinden en schommelt heen en weer. ‘schommelen’ betekent ‘springen’.

#4. Liam is ontevreden met het koude eten in de schoolkantine. Hij knort mopperend terwijl hij zijn broodje eet. ‘knorren’ betekent ‘zingen’.

#5. Mila heeft haar favoriete knuffel verloren tijdens het schoolkamp. ’s Avonds grient ze zachtjes in haar bed. ‘grienen’ betekent ‘zachtjes huilen’.

#6. Noah moet kiezen tussen een project over ruimte of over dieren. Hij weifelt tussen beide interessante onderwerpen. ‘weifelen’ betekent ’twijfelen’.

#7. Robin speelt een spannend computerspel tegen een moeilijke eindbaas. Van de concentratie ademt hij zwaar. ‘ademen’ betekent ‘lucht in en uit de longen laten gaan’.

#8. Liam zit tijdens de wiskundeles naar buiten te staren. Hij denkt aan zijn vakantieplannen terwijl hij peinst. ‘peinzen’ betekent ‘rennen’.

#9. Milan speelt voetbal tijdens de grote pauze op het schoolplein. Plotseling wordt zijn bal afgepakt en hij buldert van woede. ‘bulderen’ betekent ‘hard schreeuwen’.

#10. Mila werkt aan een moeilijk project over dinosaurussen. Ze begrijpt een stuk tekst niet en fronst haar wenkbrauwen. ‘fronsen’ betekent ‘het voorhoofd rimpelen’.